De kunst van het kunstwerken
In het Hoogwaterbeschermingsprogramma werken we niet alleen aan dijkversterkingen; we werken ook aan honderden kunstwerken. En dat is nog best pionieren. Jeroen, Remco en René delen de eerste ervaringen van Hollands Noorderkwartier, De Stichtse Rijnlanden en Aa en Maas.
Jeroen van der Hoeven (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier)
‘Bij dijken gaat het om kilometers, bij kunstwerken om centimeters’
‘Bij Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier hebben we een grote kunstwerkopgave, waaronder het waterveilig maken van 7 sluizen aan het IJsselmeer en de Waddenzee. Sluizen met vaak een monumentale status en grenzend aan natuurgebieden. We hebben besloten deze sluizen te bundelen in 1 project, genaamd Pilot 7 Kunstwerken. Een project met alleen kunstwerken maakt het namelijk eenvoudiger om de benodigde expertise in een projectteam samen te krijgen. We kunnen ons daardoor volledig focussen op kunstwerken, die zijn totaal anders dan dijken. Bij dijken gaat het om kilometers versterken, bij kunstwerken is de oppervlakte kleiner en komt het neer op details, dus werken in centimeters. Dijken zijn veelal statisch, kunstwerken machines met bewegende delen. Daarnaast maakt deze bundeling het voor marktpartijen interessanter om deel te nemen aan het project. Mede op basis van advies van de Taskforce Deltatechnologie kozen we als marktbenaderingsstrategie het contracteren van 1 combinatie van een ingenieursbureau en een aannemer die het project in nauwe samenwerking met ons hoogheemraadschap vanaf de verkenningsfase tot en met de oplevering uitvoert. Dit is TAUW met Friso Civiel geworden. Een aandachtspunt bij deze keuze is dat je bij de start van de planuitwerkingsfase en realisatiefase samen de voorwaarden moet overeenkomen waaronder de marktpartij een nieuwe fase uitvoert. Deze marktbenaderingsstrategie levert ons veel op. Zo zien we onze marktpartij, eigenaarschap tonen voor de opgave en daarmee voor de risicobeheersing. De samenwerking tussen de sluisbeheerders, het projectteam en de marktpartijen is goed waardoor er veel onderling vertrouwen is, ook als het spannend is in het project. De faseovergangen tussen de verkenningsfase, de planuitwerkingsfase en de realisatiefase verlopen soepel mede omdat er geen aanbestedingen meer nodig zijn. Tot slot zien we dat de marktpartij en het hoogheemraadschap gezamenlijk de planning gaan waarmaken die we voor de start van de verkenningsfase voor ogen hadden. Als alles zo goed blijft gaan, zijn deze zomer alle 7 sluizen weer waterveilig’
Tip van Jeroen
‘Dat je bij het versterken van zo’n oud, monumentaal, kunstwerk verrassingen zult tegenkomen, is een gegeven. Zo hadden wij, omdat we de Sassluis Enkhuizen in de planuitwerkingsfase tijdelijk al een keer zonder problemen hadden drooggezet, nooit voorzien dat de vloer bij de droogzetting in de realisatiefase nog zou opbarsten. Wees je bewust van de kans op zulke verrassingen.’
Landelijke Samenwerking Kunstwerken
In minder dan 30 jaar honderden kunstwerken waterveilig maken, is een behoorlijk grote opgave. Als het waterschap met een van de eerste en grootste HWBP-projecten met kunstwerken, werd Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier trekker van de samenwerking: ‘Samenwerken aan Kunstwerken’. Hier werken waterschappen, Rijkswaterstaat, het Hoogwaterbeschermingsprogramma, kennisinstellingen en marktpartijen samen aan het ontwikkelen van de gezamenlijke kennis die nodig is om te komen tot een duidelijke, slimme kunstwerkaanpak.
Remco Bentum, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
‘De fastlane-procedure heeft ons veel administratieve lasten bespaard’
‘De Waaiersluis is voor ons een vreemde eend in de bijt. Het is een primaire waterkering die een heel eind bij onze andere primaire kering, de Sterke Lekdijk, vandaan ligt. En hij ligt in een gebied waar ons hoogheemraadschap verder alleen waterkeringen heeft met een regionale status, waar dus heel andere normeringen en rekenmethodieken gelden. Als je er een kaartje bij pakt, dan zie je dat hij in een uitsteeksel van ons beheergebied ligt, tussen de beheergebieden van andere waterschappen en Rijkswaterstaat in. Die ligging maakt samenwerken des te kansrijker, dachten we na een gesprek met Hoogheemraadschap van Rijnland. Zij bleken pal naast de Waaiersluis ook met kunstwerkopgaven aan de slag te gaan. Onze verbetering aan de Waaiersluis stond eigenlijk pas een stuk later geprogrammeerd, maar omdat we besparingsmogelijkheden zagen door gelijk op te trekken, zetten we de sluis vervroegd op het programma. Uiteindelijk bleek dat Hoogheemraadschap van Rijnland en wij qua tempo te ver uiteenliepen om efficiënt parallel te lopen, dus zagen we af van de samenvoeging van de projecten. Maar nu onze sluis toch vervroegd op het programma stond, pakten we voor ons project meteen door. De vaart zat erin en de mensen waren in stelling. Binnen ons hoogheemraadschap hebben we veel kunstwerkexpertise. Maar het verbeteren van een kunstwerk dat ook de functie van een primaire kering heeft, was nieuw voor ons. Daarom hebben we die ontbrekende expertise op verschillende plaatsen ingehuurd. In veel projecten is het prettig om het hele project met 1 ingenieursbureau samen te werken. Dan raak je op elkaar ingespeeld. In dit project deden wij dat bewust niet. Door met meerdere bureaus te werken, hielden zij ons en elkaar scherp. Wat ons hielp, was het uitvoeren van een gedegen veiligheidsanalyse en aanvullend onderzoek, onder meer onder water. Daardoor konden we de veiligheidsopgave verkleinen. En doordat de opgave steeds kleiner werd, ons werk nauwelijks impact had op de omgeving en de scope beperkt en stabiel was, gaf de HWBP-programmadirectie aan dat we voor de subsidieaanvraag de fastlane-procedure konden hanteren. Ik had er daarvoor nog nooit van gehoord, maar het heeft ons en het HWBP een hoop administratieve lasten bespaard. Met die regeling hoefden we voor het hele traject – verkennings-, planuitwerkings- en realisatiefase – namelijk maar 1 keer subsidie aan te vragen. Dat was een fijne manier van werken. Met een mooi resultaat: op 1 april nemen we de Waaiersluis weer in gebruik. Op tijd voor het vaarseizoen.’
Tip van Remco
‘Je begint al snel met wat je al kent – dijken versterken. Maar elk waterschap heeft kunstwerken in de HWBP-opgave; dus als alliantie moeten we ook daarmee bekend gaan raken. En dat doen we niet door af te wachten. Heb je als projectteam ruimte om een kunstwerk erbij te pakken? Doe het gewoon.’
René Vincken, Waterschap Aa en Maas
‘De norm voor ons project is hoog’
‘Als de dijk en kunstwerken tussen Cuijk en Ravestein falen, dan kan het water van de Maas helemaal langs Grave, Ravenstein en Oss doorstromen naar het lager gelegen ’s-Hertogenbosch; het doucheputje van Brabant. Dat overstromingsgebied heeft niet alleen honderdduizenden inwoners, het water komt er ook allerlei essentiële voorzieningen tegen, zoals een gasverdeelstation. Het aantal slachtoffers en de economische schade zou groot zijn. De norm voor ons traject is door die grote risico’s hoog. Van de 10 kunstwerken in het 21 kilometer lange dijkversterkingstraject zijn er 4 met een onvoldoende beoordeeld op het toetsspoor ‘betrouwbaarheid sluiting’. Het is daarvoor best zoeken naar oplossingen. In het HWBP-programma zijn nog niet zo veel projecten met kunstwerken ons voorgegaan. Een ingenieursbureau helpt ons nu bij de verkenning en heeft eerste berekeningen gemaakt en geconstateerd wat er op hoofdlijn mis is. Met name voor Keersluis Cuijk is het lastig om aan de hoge norm te voldoen. Het is een groot, kostbaar kunstwerk, met 2 grote heftorens waartussen 2 deuren hangen. In principe is 1 werkende deur nodig voor het functioneren van de kering, de ander sluit mee voor extra veiligheid. Maar hoewel de deuren eigen loopwielen, een eigen motor en eigen elektronica hebben, zijn zij geplaatst in dezelfde ruimte. Dus als er in die ruimte iets misgaat, denk aan een brand, dan kan dat consequenties hebben voor de sluiting van beide deuren. De oplossing zit in een combinatie van verschillende zaken. We kijken nu naar mogelijkheden om de bediening van de keersluis te verbeteren. We zoeken faalkansverkleining in een alternatieve noodsluiting. En we kijken goed naar de optelsom van faalkansberekeningen in de gehéle dijk. Als de hele keersluis voor 30 miljoen euro vervangen de enige manier is om de faalkansnorm te halen, moet je praktischer gaan denken. Op de ene plek halen we de állerlaatste fractie van die norm misschien niet, maar op andere punten in de dijkversterking kunnen we juist wat extra’s doen. Wat ons hierbij helpt is dat we het Adviesteam Dijkontwerp vooraf en in reviews kunnen laten meekijken. Toen wij de haalbaarheid met deze norm even heel somber inzagen, brachten hun experts ons weer op het spoor van kansen. Ik kan iedereen aanraden hen vroeg te betrekken.’
Tip van René
‘Leer van de kunstwerkervaringen van mensen die je voorgingen en van het Adviesteam Dijkontwerp. Wij hebben er nog niet zoveel, maar zoek ons als we wat verder zijn gerust op voor onze adviezen.’