Tweefasenaanpak
‘Extra kosten in de planuitwerking moet je terugverdienen in de realisatie’
Bart de Haan
principal consultant (Significant Synergy)
De tweefasenaanpak wint aan populariteit bij dijkversterkingsprojecten. Zo’n 60% van de HWBP-projecten hanteert deze manier van vroege marktbenadering nu. Op de Waaldijk gaan principal consultant Bart de Haan (Significant Synergy) en strategisch contractmanager Albert Gerrits (Waterschap Limburg) erover in gesprek.
Even voor wie minder diep in de materie zit: wat is een vroege marktbenadering en meer specifiek de tweefasenaanpak?
Albert: ‘Bij de traditionele marktbenadering van werken betrek je de aannemer pas voor de realisatie van je project. De fases daarvoor – waarin je via een voorkeuralternatief tot een projectbesluit komt en alles regelt wat je tegenwoordig nodig hebt om te mogen bouwen – doorloop je als opdrachtgever met je projectteam en eventueel betrokken kennisinstituten en ingenieursbureaus.’
Bart: ‘De aannemer heeft dan dus geen invloed op het definitieve ontwerp. Bij een vroege marktbenadering, waar de tweefasenaanpak een vorm van is, wel.’
Albert: ‘Daarmee kijk je samen welke risico’s er zijn en wie welke het beste kan beheersen. En kun je als opdrachtgever de kennis en expertise van de aannemer benutten wanneer je tegen de grenzen aanloopt van de kennis die je in huis hebt.’
Bart: ‘Bij de tweefasenaanpak deel je het project op in, je raadt het al, 2 fasen. In de eerste fase werken de opdrachtgever en aannemer samen tot er een definitieve prijs staat op de realisatie. In de realisatie is de rolverdeling weer meer traditioneel.’
Albert Gerrits
strategisch contractmanager (Waterschap Limburg)
Op welke manier hebben jullie ervaring met de tweefasenaanpak?
Albert: ‘Enerzijds ben ik bij Waterschap Limburg contractmanager in projecten. Mouwen opstropen en gas geven. Het echte werk. Anderzijds werk ik programmabreed binnen ons waterschap aan raamovereenkomsten. Voor realisatiecontracten zijn projecten daar te verschillend voor, maar het werkt wel efficiënt voor bijvoorbeeld de ingenieursdiensten. Voor realisatiecontracten denken we vanuit het programma mee met de projecten bij het bepalen van de beste marktbenadering. En op dit moment werken we bij mijn waterschap aan 17 urgente projecten; 4 daarvan met een vroege marktbenadering en van deze 4 hebben 2 een tweefasenaanpak.’
Bart: ‘Wij hebben met ons bureau de afgelopen tijd in opdracht van het HWBP onderzoek gedaan naar vroege marktbenaderingen, zoals de tweefasenaanpak. We spraken daarvoor ambtelijke opdrachtgevers, vertegenwoordigers van begeleidingsteams vanuit het HWBP en IPM-teamleden van 24 HWBP-projecten vanuit de waterschappen, waaronder Albert. Het doel: de vroege marktbenaderingsstrategie verder doorontwikkelen, zodat deze nog beter kan bijgedragen aan het bereiken van de hoogwaterbeschermingsopgave van 2050. Centraal stonden de vragen wat het voor waterschappen betekent om te werken met een vroege marktbenadering, en hoe die aanpak zich verhoudt tot de subsidieregeling waarmee het Rijk bijdraagt aan de realisatie van de HWBP-projecten.’
Albert: ‘De dijken moeten voldoen aan de norm, maar de subsidie is er niet om ze gouden randjes te geven.’
2 keuzes, geen nuanceringen: zijn jullie voorvechter of criticus van de tweefasenaanpak?
Bart: ‘Ik ben er een voorstander van dat hij in de gereedschapskist van dijkwerkers zit.’
Albert: ‘Een kritische voorstander. Ik pas hem graag toe, maar we kijken wel eerst heel serieus of het kan en nuttig is. Krijg je toch nuanceringen dus, haha.’
Hoe bepaal je dan of het nuttig is?
Albert: ‘Bij een tweefasenaanpak maak je extra kosten in de planuitwerkingsfase. Die moet je terugverdienen in de realisatiefase. Is dat niet zo? Dan moet je niet voor een tweefasenaanpak gaan. Wij maken voor elk project een mini-businesscase; we rekenen alles door, terwijl we dat kantelpunt in de gaten houden. Zo hebben we van die groene dijkjes van een paar kilometer. Daarbij is het een kwestie van kapje eraf, dijk ophogen, kapje erop, boompjes, plantjes, gras, hekjes. Tja, dat is niet ingewikkeld. Daar heb je de markt niet in een vroege fase bij nodig. Maar we hebben ook een project waarbij de nieuwe dijk 700 meter lang door 38 achtertuinen heen moet gaan. Er dwars doorheen, hè, we snoepen er niet een klein stukje vanaf. Dat is een heel ander verhaal.’
Bart: ‘Hoe een vroege marktbenadering bij zo’n complex vraagstuk bijvoorbeeld van meerwaarde kan zijn, is doordat de aannemer dan zélf de afspraken met de omgeving maakt. Zoals met deze bewoners over hun tuinen. In de traditionele aanpak zou het waterschap met de bewoner in gesprek gaan en de afspraak in het bestek zetten. De kans dat een aannemer die afspraak in een latere fase toch ter discussie stelt en de bewoner nerveus maakt, is dan een stuk groter dan wanneer de aannemer zélf die afspraak gemaakt heeft. Maar een tweefasenaanpak heeft wel echt aandachtspunten, hoor.’
Zoals?
Bart: ‘Kunnen omgaan met zo’n manier van samenwerken.’
Albert: ‘Ja, je moet geen tweefasenaanpak willen doen met mensen die niet gewend zijn om samen te werken met marktpartijen. Het vraagt een andere manier van denken en werken.’
Bart: ‘Dat komt ook naar voren in ons onderzoek. Door de grootschalige fraude in de bouwsector rond het jaar 2000, is afstand ontstaan tussen opdrachtgever en aannemer. De relatie is verzuurd. We zijn gedrild in na elkaar en vanuit wantrouwen werken. Dan weer samen gaan werken vraagt soft skills en ervaring met mechanismes die we echt weer moeten ontwikkelen.’
Albert: ‘Samenwerkingsskills zijn randvoorwaardelijk bij een tweefasenaanpak. Daar moeten we als HWBP-alliantie aandacht voor hebben.’
Bart: ‘Tegelijkertijd zien we in die manier van samenwerken kansen voor een andere grote uitdaging waar we voor staan: de krapte in onze sector en weinig nieuwe instroom vanuit hogescholen en universiteiten.’
Hoe dat zo?
Bart: ‘Het staat niet zo uitgesproken in ons onderzoeksrapport, maar vechtcontracten verslechten de werksfeer en vergroten de uitstroom. We hebben geconstateerd dat een vroege marktbenadering lijkt bij te dragen aan meer werkgeluk. En zeker in een tijd waarin mensen binnenhalen en vasthouden zo belangrijk is als nu, is dat een groot goed.’
Albert: ‘Daar ben ik het roerend mee eens. We hebben nog zo’n 30 jaar werk liggen in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. We gaan nog een hele generatie goede mensen nodig hebben. Dat stemt tot nadenken: hoe krijgen we het in vredesnaam voor elkaar die te vinden? Hoe krijgen we ze enthousiast? Als een vroege marktbenadering daarbij helpt, vind ik dat dat iets meer een plek zou mogen kijken in het afwegingsmechanisme van de programmatische aanpak. De subsidieverstrekking gaat uit van harde afspraken. Tijd, geld. Ik zou daar graag de menskant tegenaan geplakt zien.’
Bart: ‘Niets is zo mooi als gezamenlijk de schouders onder zo’n groot bouwproject zetten en aan het eind van de rit tijdens een goede barbecue op de dijk tegen elkaar kunnen zeggen: dat hebben we mooi gedaan met z’n allen.’
Albert: ‘Die kick is enorm.’