Ken je dijk

Bij hoogwater en droogte

Het ene moment sluiten de stormvloedkeringen, het andere moment ligt er slechts een miezerig laagje water in de rivieren. We hebben steeds meer met extremen te maken. En onze dijken? Die moeten storm en zon verdragen. Hoe gaan we daar als alliantie mee om? Harold van Waveren, voorzitter crisisteams droogte en hoogwater, en dijkbeheerder Wijnand Evers aan het woord.


Wijnand Evers is beheerder waterkeringen bij Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDOD). Harold van Waveren is topspecialist waterveiligheid bij Rijkswaterstaat, en een van de voorzitters van de crisisteams droogte en hoogwater bij het Watermanagement Centrum Nederland (WMCN).


Nieuwe fenomenen

Extreem natte periodes zijn de nieuwe realiteit. Droogte net zo goed. En dat heeft Wijnand bij Waterschap Drents Overijsselse Delta de laatste jaren gemerkt. ‘Vooral door die extreme droogte zag ik de afgelopen tijd dingen die ik in mijn 12 jaar als keringbeheerder nooit eerder had gezien. Omgedraaide piping bijvoorbeeld. ‘Normaal gesproken’ probeert het rivierwater aan de buitendijkse kant bij het faalmechanisme piping in een zandstroom aan de binnendijkse kant te komen. Maar door de lage waterstanden gebeurde dat nu andersom. Bijzonder interessant.’

Zo dynamisch als de natuur

Ook de zanddijken met gras erop hadden het tijdens de droogte zwaar te verduren, blikt Wijnand terug. ‘De grasmat is een soort deken tegen erosie, die de dijk beschermt tegen uitspoeling. Het is dus belangrijk dat die in goede staat blijft, daar maakten we ons zorgen om. Om het zo min mogelijk te beschadigen hebben we bijvoorbeeld niet gemaaid.’ Maar Wijnand ziet het glas als halfvol. De dijk controleren op graafschade van bevers was namelijk nog nooit zo makkelijk als toen hij droog lag. ‘Weet je wat het is?’ legt hij uit. ‘Wij moeten net zo dynamisch zijn als de natuur. Ons aanpassen aan de ophanden zijnde situatie.’

Ken je dijk

Essentieel daarin is weten wat die situatie is, vult Harold aan. ‘Ken je dijk’, is dan ook zijn motto. ‘Naar buiten gaan en kijken hoe hij ervoor staat, juist bij extreme omstandigheden. Alert zijn en op tijd maatregelen nemen.’ Zelf zou hij ook maar wat graag meer tijd buiten doorbrengen, ‘maar ik zit voornamelijk in vergaderzalen en achter monitors’, lacht hij. Minstens zo cruciaal, dat binnenwerk, werpt Wijnand tegen. ‘Het gaat erom dat buiten en binnen met elkaar in verbinding staan. Ik weet zeker dat we nog veel winst kunnen halen uit datavergelijkingen. De onderzoeken en trendanalyses; het theoretische beeld van binnen, vergelijken met wat wij buiten zien.’



Integraal Riviermanagement

Het programma ‘Integraal Riviermanagement’, dat volgend jaar start, kan dijkwerkers bij hun kennisbehoefte gaan helpen, meent Harold. ‘Het is een uniek programma omdat zowel hoog- als laagwater erin wordt opgenomen. Daarmee kan het meer inzichten bieden in de omstandigheden bij beide extremen. Inzichten die je bijvoorbeeld kunt gebruiken bij het ontwerpen van je dijk. Daarmee begint alles.’

CrisisTeam Waterkeringen

Wat Wijnand nu al enorm helpt bij zijn kennisbehoefte, is het CrisisTeam Waterkeringen; een samenwerking van de Unie van Waterschappen en Rijkswaterstaat. ‘Met een groep dijkbeheerders ‘van buiten’ en specialisten ‘van binnen’ oefenen we en helpen we elkaar bij onze vraagstukken. Voor wat de een meemaakt, heeft een ander misschien al eens een maatregel bedacht. Met een internationaal team halen we ook nog eens ervaringen op uit het buitenland. Dat is nuttig, omdat we in Nederland steeds minder échte hoogwaterervaringen hebben.’ Maar de beste manier om te leren en gesteld te staan voor extreme weersomstandigheden is en blijft volgens beide mannen: laarzen aan en kijken wat er gebeurt.