Column
Timmeren aan de toekomst
Met mijn aanstaande vertrek ontkom ik er niet aan deze column te vullen. Hoewel ik uitkijk naar mijn nieuwe uitdaging in Amsterdam - ik word secretaris-directeur van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht - valt het vertrek uit het Hoogwaterbeschermingsprogramma me zwaar. Ik ben er toch een beetje mee vergroeid geraakt.
Vanaf de start van het programma in 2014 was ik er maar druk mee. Aanvankelijk als opdrachtgever van HWBP-projecten van Drents Overijsselse Delta, en de afgelopen zes jaar als landelijk directeur. Misschien is het schrijven van deze column wel therapeutisch voor me. Ik kan van me afschrijven wat ik ga missen, en proberen te duiden waarom iedereen vooral wél bij het HWBP moet gaan werken. Dat helpt me met afkicken.
Boven alles is het HWBP een tot de verbeelding sprekende, urgente maatschappelijke opgave. Nooit eerder in de rijke geschiedenis van de Nederlandse waterveiligheid is er op zo’n grote schaal getimmerd aan de dijken. Niet zoals vroeger in reactie op een nare ramp of bijna-ramp, maar met de blik naar de toekomst en vanuit een bewuste (politieke) keuze over hoe veilig we willen zijn. We investeren in het Nederland van onze kinderen en kleinkinderen, omdat we het hier goed hebben en van plan zijn dat zo te houden. Waterveiligheid is niet essentieel, maar existentieel. Het is een voorrecht hieraan te mogen werken.
Daarbij is de alliantie HWBP een ‘bestuurlijk hoogstandje’, zoals een lid van het programmabestuur het ooit verwoordde. Een unieke, vergaande samenwerking van 22 zelfstandige overheidsbesturen, die ieder hun eigen democratisch mandaat inzetten om een landelijke opgave te realiseren: Nederland waterveilig in 2050. Met financiering op basis van solidariteit - da’s best uitzonderlijk - en samenwerking op het gebied van innovatie, duurzaamheid en kennisdeling. Het is niet vanzelfsprekend dat zo’n bestuurlijke krachtenbundeling zomaar lukt. Met de uitdagingen waar de alliantie nu mee geconfronteerd wordt (er is extra geld nodig en de performance van het programma moet beter) kan de alliantie laten zien dat het haar menens is om deze ambitie te halen. Juist nu is het zaak elkaar vast te houden en te kijken welke nieuwe afspraken nodig zijn om verder te kunnen. Als ik zie hoe het bestuurlijk gesprek hierover verloopt, ben ik optimistisch gestemd.
Het meest ga ik de dijkwerkers missen. Wát een mooie bonte verzameling van professionals is dat. Als ik me ergens geen zorgen over maak, dan is het de toewijding en werkvreugde van de duizenden mensen die met dijkprojecten bezig zijn. Van plannenmakers tot uitvoerders, bij bedrijven, overheden en kennisinstellingen: werken aan een waterveilig Nederland verbindt en verbroedert. Je kunt dat zien aan de jaarlijkse Dijkwerkersdag. We moeten ieder jaar een grotere evenementenlocatie zoeken om deze bruisende community bij elkaar te brengen. In het klein zie ik deze liefde voor de opgave bij de programmadirectie.
Ik ben trots op de professionele en zelfverzekerde organisatie die ik achterlaat. Ik ga alle dijkwerkers heel erg missen, dank voor de mooie jaren. Gelukkig is dit geen definitief afscheid, ik blijf als betrokken alliantiepartner het HWBP met meer dan gemiddelde belangstelling volgen. De Dijketappe in september 2024 en de Dijkwerkersdag 2025 zet ik al in mijn agenda!
Erik Wagener
vertrekkend directeur HWBP