‘Vertrouwen werkt als smeerolie’
Askold Huidink
technisch manager bij Waterschap Rijn en IJssel
Toegegeven, het waren relatief kleine versterkingsopgaves. Maar dat de projecten Grutbroek (4 jaar) en Standhazensedijk (3 jaar) zo snel verliepen, heeft ook andere oorzaken. Askold Huidink en Octa Koek delen hun ervaringen en adviezen.
Jullie hadden voorafgaand aan de fotoshoot al een gesprek met elkaar. Waar ging dat over?
Askold: ‘We kenden elkaar nog niet. Maar we kwamen er al snel achter dat we allebei geloven in een aanpak waarin je de markt snel betrekt. Octa en zijn team hebben voor een bouwteam-samenwerking gekozen, net als wij. En ik denk dat dat een belangrijke oorzaak is van de snelheid van beide projecten.’ Octa: ‘We weten ook: een bouwteam is niet altijd de heilige graal. Als je heel goed weet wat je wil met je dijk, dan kun je beter de gewone, traditionele aanpak kiezen. Maar als je veel risico’s ziet in je gebied of snel wil doorpakken in het project, dan kan het heel goed werken.’ Askold: ‘Of als je juist mooie kansen ziet, maar niet precies weet hoe je die het best kunt benutten. Aannemers kunnen met hun perspectief en ervaring heel goed meedenken over slimme en snelle oplossingen.’
Octa Koek
projectmanager bij Waterschap Brabantse Delta
Waarom kozen jullie in het project Grutbroek voor een bouwteam, Askold?
Askold: ‘Vooral vanwege de risico’s. Grutbroek is een bedrijventerrein in Doetinchem. De kade langs dit terrein was niet stabiel en we hadden te maken met een hoogteopgave. Normaal gesproken werkt het aanbrengen van een damwand met een trilblok dan goed. Maar sommige bedrijfspanden in de buurt konden die trilling niet verdragen vanwege trillingsgevoelige bedrijfsvoering. Bovendien hadden we te maken met harde lagen in de ondergrond die het aanbrengen van damwanden bijna onmogelijk maken. Een voor de hand liggende optie hadden we dus niet. Daarom kozen we voor een bouwteam-samenwerking.’ Octa: ‘Een aannemer weet natuurlijk veel beter welke mogelijkheden er zijn. En is veel beter op de hoogte van innovaties. Hoe sneller je zo’n partij betrekt, hoe sneller een innovatieve oplossing ook boven tafel komt.’ Askold: ‘Precies. De door ons geselecteerde aannemer had een ingenieursbureau in de hand genomen voor het engineeringswerk. Samen zijn we tot een speciale ontlastconstructie gekomen. In een ‘normale’ samenwerking met zo’n bureau gaat een ontwerp meerdere keren heen en weer, en moet het door meerdere afdelingen beoordeeld worden. In een bouwteam kun je veel sneller keuzes maken met elkaar. Bovendien heb je je aannemer in principe al aan boord. Je hoeft dan niet nog een langdurige aanbesteding op te starten. En die aannemer kan ook al in een eerdere fase de benodigde materialen inslaan. In meerdere fases kun je zo veel tijd winnen met een bouwteam. Uiteindelijk kostte dit project ons zo maar ongeveer 4 jaar.’
Het versterkingsproject Standhazensedijk kostte zelfs maar 3 jaar. Zijn hier naast die bouwteam-samenwerking nog andere oorzaken voor, Octa?
Octa: ‘Ik denk dat het ook vooral komt door onze nauwe en fijne samenwerking. Zowel met de aannemer, de stakeholders als ook met het begeleidingsteam van het HWBP. Iedereen wist van elkaar wie wat moest opleveren, en wanneer. Zo hebben we een heel strakke planning kunnen maken, en ons daaraan kunnen houden.’
Het moést ook snel bij jullie. Hielp dat?
Octa: ‘Dat denk ik wel. Standhazensedijk was onderdeel van een groter dijktraject. Maar bij de beoordeling bleek dat we ter hoogte van de jachthaven van Drimmelen te maken hadden met een urgent waterveiligheidsprobleem, veroorzaakt door piping. We voelden allemaal de noodzaak om dit probleem snel op te lossen. Dat het een overzichtelijk dijkvak was, hielp ook wel mee om snel te kunnen werken. We moesten wel alle stappen van een gewoon versterkingstraject doorlopen: de fasering, vergunningen, besluiten en vereisten. Maar bij zo’n klein project is het misschien wel makkelijker om alle stapjes, slagboompjes en checks in het HWBP-proces snel op elkaar te plannen. Om op sommige punten al voor te sorteren op de volgende fase, of de fase daarna. Onze grote focus op projectbeheersing betaalde zich uit. En daarbij hielp het dat er een groot onderling vertrouwen was tussen de verschillende partijen.’
Herken je dit ook voor het project Grutbroek, Askold?
Askold: ‘Absoluut. Zeker dat vertrouwen in elkaar, dat heeft ons ook veel tijd gescheeld. En dan bedoel ik niet alleen ons contact met het HWBP en de aannemer. Oók het contact tussen de aannemer en het begeleidingsteam. Zij waren geïnteresseerd in elkaar, vertrouwden elkaar. In een bouwteam-constructie ontstaat er snel wat angst bij het HWBP: is de begroting die ze voorstellen wel marktconform? Maar de aannemer was zo transparant in de prijzen die ze rekenden, dat we heel snel groen licht kregen.’ Octa: ‘Wederzijds vertrouwen is echt een belangrijke succesfactor. Lukt het om een sfeer en een situatie te creëren waarin dat aanwezig is, dan werkt het als een soort smeerolie. Alle processen gaan soepeler lopen.’
Hebben jullie verder nog tips voor andere projecten?
Askold: ‘Het helpt ook als je een aannemer hebt die de situatie buiten een beetje kent. Die, in ons geval, weet hoe het zit met de aan- en afvoer via de Oude IJssel. Dat je door een sluis moet, en weet wanneer deze beschikbaar is. Als de aannemer meer bekend is met een locatie, dan kan dat je wel tijdswinst opleveren.’ Octa: ‘En houd je ogen en oren open voor innovaties. Askold had daar natuurlijk mee te maken, met die ontlastconstructie. Maar bij ons speelde dit ook wel een rol. Om piping tegen te gaan, besloten we voor een heavescherm te gaan. Het liefst een zo duurzaam mogelijke, van kunststof. Maar die worden nog weinig gebruikt. Omdat de partner van de aannemer hier veel vanaf wist, zijn we er toch voor gegaan. Met succes.’ Askold: ‘Wij hebben in ons waterschap ook projecten lopen die lijken op die van Octa. Dus nu ik dit hoor, denk ik meteen: dat is handig, daar hebben wij misschien ook wat aan. Dus nog een laatste tip: zoek het contact met andere waterschappen op. Want dit gesprek blijkt dus ook nog eens erg nuttig.’