Samen risico’s te lijf

Stikstof, corona, de oorlog in Oekraïne, het klimaat … grote veranderingen in de wereld om ons heen zorgen voor nieuwe risico’s in alle dijkprojecten. Soms zijn die risico’s te groot voor een waterschap alleen. De alliantie kan die overnemen, maar daar komt wel wat bij kijken. Drie risico-experts vertellen over hun bijdrage aan goed risicomanagement.

'Internationale issues en conflicten raken ook onze projecten'

Roeland van Woerkom is programmacontroller van het HWBP. Hij ziet de toegenomen dynamiek in de samenleving doorwerken in de dijkprojecten.

'Klimaatveranderingen, nieuwe wetgeving en een complexere omgeving raken onze projecten. De financiële risico’s worden hierdoor fors groter. Bouwkosten nemen bijvoorbeeld toe omdat stikstof moet worden gecompenseerd of voorkomen. Materialen worden duurder door tekorten aan grondstoffen en problemen in de supply chain. Op de wereldmarkt drijven internationale issues en conflicten de prijzen flink op.

De afgelopen periode moesten we een aantal keren de hardheidclausule inzetten. Daarbij wordt de subsidie achteraf aangepast aan de werkelijke kosten. Dat is voor mij wel een signaal dat de risico’s en impact van risico’s anders zijn dan daarvoor. Het tijdig en gezamenlijk afstemmen van risico’s is dan ook een belangrijk thema binnen de alliantie. Een eerste stap op dat gebied is het implementatieplan ‘Naar een realistisch en betrouwbaar HWBP’. Het is belangrijk dat we hier, gezamenlijk en actief, invulling aan gaan geven in 2024.'

Kennis verzamelen en delen

‘Als programmacontroller ben ik betrokken bij de ontwikkeling van een alliantiebreed dashboard en de vakgroep risicomanagement. Hierin gaan we onder meer kennis over risico’s en beheersing verzamelen en delen.

Als alliantie dragen we afzonderlijk maar ook gezamenlijk de verantwoordelijkheid om de risico’s zo goed mogelijk te beheersen. Het dashboard moet bijvoorbeeld een trigger worden om gezamenlijk over risico’s en beheersmaatregelen na te denken. Als alliantie kunnen we zo beter sturen en de beheersing beter verdelen. Dat dashboard is bovendien te raadplegen door alle betrokkenen. Iedereen kan daarin, op waterschapsniveau, zijn eigen beelden en acties laten zien. Zo kunnen we van elkaar leren waar de risico’s het grootst zijn en hoe we die beheersen.

Begin volgend jaar gaan we met het dashboard aan de slag. Kijken hoe het werkt. Misschien dat sommige kpi’s niet werken of moeten worden aangepast. Prima. Het belangrijkste is dat we het onderlinge gesprek op gang brengen. Dat we het kunnen hebben over zaken die eerst veel moeilijker bespreekbaar waren en gaan kijken hoe we elkaar kunnen helpen.

Stikstof bijvoorbeeld. Nu kunnen we al in een vroeg stadium vragen: wat doen we eigenlijk met stikstof en zien we dit allemaal als een probleem? Tot voor kort kwam dat onderwerp soms pas terug in de realisatiefase. Ja, en dan sta je natuurlijk al snel voor verrassingen. We hopen dat met het dashboard zulke risico’s al in een vroeg stadium transparant worden en we als alliantie beter kunnen gaan sturen.'

'Veel was onbekend en onzeker. Dat voelde echt als pionieren!'

Geert Stinstra is projectmanager bij het Waterschap Rivierenland voor de dijkversterking Neder-Betuwe. Hij herinnert zich nog goed hoe stikstof in 2022 ineens bovenaan de agenda terecht kwam.

'Stikstof was hier vanaf het begin al wel een vraagstuk, maar het was geen echt risico. We hadden immers een vrijstelling die gold voor alle dijkprojecten. Bovendien hadden we de impact al beschreven en meegenomen in de milieueffectrapportage. We gingen al werken met stage 5 materieel en mogelijk ook met elektrisch materieel, al hoefde dat toen nog niet.'

In juli 2022 kwam aan het licht dat stikstof mogelijk toch een risico zou worden. Een groot risico. In die tijd werd er al druk gediscussieerd over de aankoop van stikstofrechten door grote partijen als Schiphol en Lelystad. 'Vanaf dat moment zijn wij intern stikstof echt als een risico gaan zien. Moesten wij misschien ook stikstofrechten gaan inkopen? Veel was nog onduidelijk.'

Toen kwam op 2 november 2022 de Porthos-uitspraak. Met die uitspraak oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat de bouwvrijstelling stikstof niet voldoet aan het Europese natuurbeschermingsrecht en dat die bouwvrijstelling dus niet gebruikt mag worden bij bouwprojecten.

'Wat aanvankelijk een verwaarloosbaar risico was, werd door deze gewijzigde omstandigheid ineens een enorme extra kostenpost. In de periode na 2 november werd duidelijk dat ons project tientallen miljoenen extra zou gaan kosten. Ineens moesten we nadenken over oplossingen voor ons kersverse stikstofprobleem. Gaan we extern salderen – dus stikstofrechten opkopen van andere bedrijven? Gaan we de uitstoot terugbrengen door zoveel mogelijk elektrisch materieel in te zetten? Gaan we stikstofruimte leasen?

Het was al met al een tumultueuze periode waarin we in een hoog tempo veel kennis moesten verzamelen. Veel was onbekend en onzeker. Dat voelde echt als pionieren!'

Nieuwe onzekerheden

'Uiteindelijk is onze vergunning verleend op basis van een combinatie elektrisch materieel – zo’n 90% – en het compenseren van de overige uitstoot door stikstofruimte in te kopen bij een boer. Maar de nieuwe omstandigheden zorgden natuurlijk wel voor nieuwe risico’s. Elektrische machines zijn er wel, maar de tijdige levering ervan is een onzekere factor. Wij zijn natuurlijk niet het enige project dat deze machines wil inzetten. De vraag is enorm.

Daarnaast moet de laadinfrastructuur tijdig op orde zijn. Dat is geen vanzelfsprekendheid, want de uitbreiding van het elektriciteitsnet is momenteel in heel Nederland een lastige kwestie. En ook het politiek-bestuurlijke klimaat kan wijzigen na verkiezingen. Dit kan leiden tot een ander beleid.

Het grootste risico op het gebied van stikstof is dan ook de onzekerheid. Kijk, als je weet wat je wil kun je alles krijgen. Wil je stikstofruimte? Die vind je wel. Wil je elektrische machines? Die vind je wel. Je weet alleen niet hoe snel en tegen welke prijs.’

Samenwerken binnen de alliantie?

'Uiteraard hebben we regelmatig contact met andere partijen. We proberen te leren van anderen en willen natuurlijk ons pioniersverhaal doorgeven. Op de Dijkwerkersdag in april gaven we een presentatie geven waarin we ons stikstoftraject deelden. En in ons eigen netwerk klopten we bijvoorbeeld ook aan bij de woningbouw. Gevraagd wat zij eigenlijk voor stikstof betaalden. Maar het blijven losse initiatieven. Wat mij betreft mag die kennisdeling wel uitgebreider.'

'We zien allemaal dezelfde feiten, maar we zien allemaal andere risico’s'

Mark Bakker, senior risicospecialist bij WDOD, maakt dagelijks werk van kennisdeling.

'Mijn bijdrage aan het professionaliseren zit vooral in het structureren van evaluaties, zowel tussentijds als achteraf. Hoe beter die vastliggen, hoe breder opgedane kennis kan worden gedeeld, hoe beter je toekomstige keuzes kunt onderbouwen.

We hebben belangrijke lessen geleerd uit de ervaringen met de stikstofperikelen van de afgelopen twee jaar. We kijken nu anders naar een raming, we stellen andere vragen. We kijken anders naar materieel, naar werktijden, naar de manier waarop we aan- en afvoer organiseren. Toch is de manier om te leren van eerdere ervaringen nog niet structureel geland, nog niet genoeg ingebed. Leereffecten zijn er wel, maar ze zijn nog incidenteel.

Ik ben nu nog veel bezig met zorgen dat de risico’s op de agenda blijven staan en dat het risicodossier actueel blijft. Maar uiteindelijk moet mijn rol overbodig zijn. Uiteindelijk moet er een structuur en cultuur komen waarin er op een vanzelfsprekende en transparante manier met de risico’s wordt omgegaan. We moeten organiseren dat mensen met elkaar meekijken.

Kijk, we zien allemaal dezelfde feiten, maar door onze verwachtingen en achtergrond zien we allemaal andere risico’s. Maar één oordeel is geen oordeel. Pas als we samen, vanuit verschillende perspectieven kijken naar de feiten, komen we tot een waardevolle inschatting van risico’s in onze projecten. We hoeven dan niet steeds hetzelfde wiel uit te vinden.'

Op zoek naar opgetreden risico’s

‘Vooral opgetreden risico’s zie ik als een erg waardevolle bron van kennis. Daar moeten we elkaar veel meer over spreken, zowel gaandeweg als achteraf. Maar daar komt wel wat bij kijken.

Discipline bijvoorbeeld. Het is belangrijk dat mensen de afgesproken procedures volgen en dezelfde taal spreken. Dat ze gebruikmaken van gedeelde tools, zoals een dashboard.

Vanuit mijn rol, maar ook vanuit de programmadirectie, is het belangrijk aan te tonen wat daarvan de meerwaarde is. Als mensen de voordelen van meer uniforme processen ervaren, zal het makkelijker zijn om zelf ook zo te werken.

Een ander punt is vertrouwen. Mensen vinden het vaak niet leuk om over opgetreden risico’s te praten. Als een risico werkelijkheid wordt, dan wordt dat soms gezien als falen. Mensen zijn bang om daarop te worden afgerekend.

Daarom is het belangrijk dat we werken aan vertrouwen in een transparante cultuur waarin we elkaar durven aan te spreken op de inhoud.

En we moeten ook het langetermijnperspectief willen meenemen. Voor het lopende project is ver vooruitkijken niet altijd even relevant, maar andere projecten kunnen daarvan enorm profiteren.

Hier ligt een taak voor mij, maar ook voor de programmadirectie. We moeten actief ervaringen ophalen en de opgehaalde kennis zorgvuldig terug communiceren. Wie profiteert van andermans kennis uit andere projecten, wil zelf ook sneller de eigen kennis delen.'