Ingezoomd
In deze rubriek zoomen we in op een innovatieve techniek, ingezet bij een HWBP-project. Dit keer onder de loep: het innovatieproject erodeerbaarheid klei op het buitentalud. In dit project bekijkt Waterschap Noorderzijvest onder meer of je met kleine proeven de erodeerbaarheid van verschillende soorten klei kan bepalen.
De opgave
De afgelopen jaren heeft het waterschap verschillende onderzoeken gedaan naar de erosiebestendigheid van klei op de buitenste laag van een dijk. Daarin is geconstateerd dat de huidige indeling in 3 erosieklassen niet goed voldoet. Klei die volgens deze categorisering goed erosiebestendig is, blijkt soms veel sneller te eroderen dan weinig erosiebestendige klei. Daarom is de wens om de erodeerbaarheid van klei beter te kunnen bepalen. Mogelijk leidt dit tot aanscherping van de categorie-indeling.
Daarnaast onderzoekt het waterschap hoe sterk de kleikern in een dijk is. Dat is van belang omdat er nog veel dijken met een kern van klei zijn. Zo’n kleikern kan een belangrijke bijdrage leveren aan de waterveiligheid, maar blijft nu nog onbenut blijft vanwege ontbrekende kennis. De klei uit de kern is op een andere manier verouderd, namelijk minder gestructureerd. Ook is hij compacter dan die uit de kleilaag aan het oppervlak. Daardoor heeft hij andere erosie-eigenschappen, bijvoorbeeld een kleinere erodeerbaarheid. Vandaar dat het waterschap ook onderzoekt hoe sterk de laag daaronder, de kleikern, is.
De oplossing
Voor het bepalen van de erodeerbaarheid van klei, selecteerde het waterschap een combinatie van kleine, eenvoudige proeven waarmee je de klei-eigenschappen in kaart kunt brengen. Deze proeven worden nu uitgevoerd met klei die al in de Deltagoot heeft gelegen en waarvan de erodeerbaarheid dus bekend is. Hiermee kunnen ze uitzoeken welke kleine proeven de erodeerbaarheid kunnen voorspellen. Als dat lukt is het niet meer noodzakelijk om voor elke afwijkende soort klei kostbare proeven in de Deltagoot te doen.
Ook het onderzoek naar klei uit de kern van de dijk draagt bij aan een verbeterde categorisering, omdat deze een duidelijk afwijkende erodeerbaarheid heeft. Dat maakt het makkelijker om de bepalende eigenschappen vast te stellen. Daarnaast kunnen de onderzoekers hiermee de bijdrage van de kleikern aan de waterveiligheid kwantificeren.
Om erachter te komen hoe het zit met de oude klei uit de dijkkern, voeren ze proeven uit bij de Dubbele dijk tussen Eemshaven en Delfzijl. In die zeedijk leggen ze een duiker, waarvoor ze een deel van de dijk moeten uitgraven. Dat biedt een uitgelezen kans om de klei uit de kleikern te beproeven. Daar voeren ze naast de kleine proeven, ook medium-scale-proeven uit. Ook halen ze blokken klei uit de dijk die ze in de Deltagoot beproeven om de erodeerbaarheid te bepalen. Hierdoor krijgen we meer kennis over de sterkte van de kleikern en over de invloed van structuurvorming en veroudering op de erodeerbaarheid.
Het resultaat
Als de onderzoekers klaar zijn met de proeven hopen ze een nieuwe, simpele methode te hebben om de erodeerbaarheid van klei te bepalen en meer kennis te hebben over de erodeerbaarheid van de kleikern. Met deze kennis ontstaan er meer mogelijkheden om gebiedseigen grond te gaan toepassen in dijkversterkingsprojecten. Dat bespaart kosten en zorgt voor minder CO2-uitstoot. Daarnaast kunnen we na de onderzoeken de bijdrage van de kleikern aan het beperken van de overstromingskans beter bepalen.