
Joris Geurts van Kessel
is Directeur waterveiligheid, rivieren en zee bij DGWB bij het ministerie van I&W en lid van het programmabestuur HWBP
Column
We moeten samen een stap naar voren doen
Als kind groeide ik op in Bangkok, Thailand. Net als Nederland ligt Bangkok in een delta (van de Menam Rivier). Ons huis is vroeger meermaals overstroomd door een combinatie van hoge rivierafvoeren, zeer intense moessonregens, een verouderd rioolstelsel en steeds meer verharding door de uitdijende hoofdstad. Als kind maakte de wegdrijvende parketvloer en huisraad veel indruk op mij. Ook kan ik mij nog herinneren dat ik goed kon vissen vanaf onze balustrade. Tijdens de ergste overstromingen werden wij geëvacueerd naar een van de hotels in de stad. Sindsdien heeft de verhouding tussen onze menselijke ontwikkelingsdrang en de natuurlijke omgeving mij mateloos geboeid. Zeker in deltagebieden waar wereldwijd de meeste mensen wonen, wordt dit steeds uitdagender door de effecten van een stijgende zeespiegel, extremere weersomstandigheden en veranderende rivierafvoeren. Ook in Nederland komen we richting de toekomst voor grote keuzes te staan. Welke afvoerverdeling over de riviertakken kiezen we? Sluiten we de zandige kustlijn of houden we deze open? En hoe behouden we in de toekomst voldoende ruimte voor onze dijken en rivieren? Meer dan 50 procent van Nederland is voor waterveiligheid afhankelijk van de primaire waterkeringen. Het is dan ook van het grootste belang om deze waterkeringen te onderhouden en tijdig te versterken, zodat Nederland waterveilig is en blijft. Niet alleen richting 2050, maar zeker ook daarna. We zien nu dat de kosten van het Hoogwaterbeschermingsprogramma oplopen, het tempo van dijkversterking omhoog moet en we worden geconfronteerd met knellende kaders. Als we op deze manier doorgaan, halen we ons doel van 2050 niet. Daarom werken we dit jaar aan de herijking van het HWBP, om te zorgen dat we op de beste manier uitvoering geven aan de opgave. Op deze manier hebben we een goede uitgangspositie om de uitdagingen van de toekomst de baas te blijven. Dit gaat niet vanzelf en vraagt van ons allemaal een stap naar voren. We moeten over onze organisaties heen kijken met meer centrale sturing en coördinatie. Daarom is het noodzakelijk om grote risico’s op programmaniveau te beleggen en beheersen, vanuit best for program te programmeren en duidelijk de scope te bepalen aan het begin van het project. Vanuit onze verantwoordelijkheid voor het waterveiligheidsbeleid en als medefinancier van het HWBP vinden we het als Rijk cruciaal dat de doelmatigheid van het programma en de uitvoering daarvan wordt vergroot. Daar zitten nog wel wat aandachtspunten, blijkt uit recente evaluaties. Bij de uitwerking van het gezamenlijke actieplan zijn hiervoor goede suggesties gedaan. Laten we hierop doorgaan.