Emissieloos aanbesteden
Emissieloos aanbesteden, hoe doe je dat?
De versterking van de Sterke Lekdijk is sinds 28 juli 2020 definitief gegund. Met een prominente plek voor emissieloos en zonder bezwaar van aannemers die een aanbieding hebben ingezonden. 5 vragen aan contractmanager Denise Hofman van Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden.
1. Waarom hebben jullie emissieloos zo sterk in de uitvraag verwerkt?
‘Ons T-shirt zit aan alle kanten te krap. Natura 2000, stikstof, ga zo maar door. Het knelt. Er moet een kentering komen. We hebben de ambitie om in 2030 emissieloos te zijn, de hoogste tijd dus om daarmee écht aan de slag te gaan. Wij vinden dat wij daar als opdrachtgever een voortrekkersrol in moeten nemen, en we hebben de markt er hard bij nodig. Bij de versterking van de Sterke Lekdijk hebben wij met een project over een lengte van 55 kilometer een uitvraag van formaat, die zich er goed voor leent om stappen te zetten in emissieloos bouwen.’
2. Was het geen onmogelijke vraag voor de markt? ‘We hebben de vraag juist samen met de markt gevormd. Willen we onze ambities realiseren, dan hebben we de markt nodig. Dus vroegen we al heel vroeg in de marktconsultatie: ‘We willen deze versterking emissieloos doen, is dat mogelijk? Zien jullie er heil in?’ De reacties waren positief: ‘Dat kunnen wij, sterker nog, vraag ons er vooral vaker om!’ Maar met de kanttekening: ‘Wat je vraagt is wel heel vooruitstrevend, dus zorg dat je het voor ons interessant maakt.’ Als de markt ons geen schijn van kans had gegeven, hadden we onszelf de vraag moeten stellen of we er wel mee moesten doorgaan, maar we zagen dat de markt er ook echt voor wilde gaan.’
3. Hoe hebben jullie het interessant genoeg gemaakt voor de markt? ‘Emissieloos materieel toepassen in de bouw staat in de kinderschoenen en die kindertijd is duur als je alles in je eentje moet doen. Als een aannemer een kraan moet ombouwen om hem vervolgens 1 keer te kunnen gebruiken, is dat niet rendabel. Maar als hij hem jarenlang elke week kan inzetten, dan wordt het interessanter. Met ons grootschalige, 10 jaar lang durende project, heeft de markt een lange terugverdientijd. Dat kun je bijvoorbeeld ook oplossen door te denken aan materieel-hubs, waarmee aannemers materieel gezamenlijk kunnen gebruiken. Of samenwerkingen aan opdrachtgeverskant om het volume interessant te maken voor opdrachtnemers. Daarnaast zijn er subsidies waar je gebruik van kunt maken.’
4. Hoe hebben jullie emissieloos in de uitvraag verwerkt?
‘We hebben onze duurzaamheidsambitie specifiek opgenomen in de contractstukken. Net als onze wens om het werk te realiseren met emissieloos materieel. Daarnaast hebben we in de uitvraag gezegd dat we een volledig transparant en innovatief contract willen. We beoordeelden op de beste prijs-kwaliteitverhouding, gebaseerd op 3 plannen en een vast opslagpercentage voor algemene kosten, winst en risico:
- het innovatieplan, dat ingaat op technische en procesinnovaties. Bijvoorbeeld hoe een indiener eerder uitgevoerde pilots een stap verder wil brengen en echt gaat toepassen;
- het hrm-plan, dat ingaat op hoe we gaan samenwerken. Wij hebben voor deze aanbesteding bijvoorbeeld gesteld dat we in de planuitwerkingsfase willen werken met een gemengd team van medewerkers van de opdrachtgever en medewerkers van de opdrachtnemer. In de realisatiefase splitsen we dat weer op;
- en het financieel managementplan, dat ingaat op hoe de inschrijver omgaat met de financiën. Bijvoorbeeld in het kader van transparantie en de waarde voor de hele keten; onderaannemers mogen niet worden uitgeknepen. We hebben geen prijzen aangevraagd, en vroegen in plaats daarvan naar het hoe. Ramingen, ontwerp, alles in de planuitwerkingsfase maken we samen in de gemengde teams.’
5. Jullie hebben dus nog geen vaste prijs voor het project. Is het niet risicovol om op die manier aan te besteden?
‘Als we nu een vaste prijs hadden gevraagd dan had in die prijs of een hoge risico-opslag gezeten of een groot risico en daarmee de basis voor een toekomstige claimsituatie. Beide zijn onwenselijk, een vaste prijs geeft hier schijnzekerheid. Daarbij is het grootste risico volgens mij dat je de kans mist om de duurzaamheidsdoelen te halen. Traditioneel bouwmaterieel gebruiken kán en willen we haast niet meer. Natuurlijk zit er een investering aan vast.
Tegenover de buslijnen die nu elektrisch in steden rondrijden, heeft ook een begininvestering gestaan, en nu weten we niet beter. Met subsidies, lagere onderhoudskosten en voordelen van project- of innovatiepartneroverstijgend werken, verwachten we dat die investering verantwoord blijft. Het is overigens niet alsof we vanaf 0 beginnen, er is technisch al zoveel mogelijk voor emissieloos materieel. We leunen natuurlijk niet achterover om ons vervolgens te laten verrassen door de rekening. Door de grote mate van transparantie in het proces en de gemengde teams werken we sámen aan de oplossingen en verlagen we het risicoprofiel.’