De aanpak
Vroegtijdig verkennen vanuit het gebied
Waterveiligheid heeft door klimaatverandering steeds meer ruimte nodig. Omdat de ruimte in Nederland schaars is, is een dijkversterking daardoor steeds vaker onderdeel van een bredere gebiedsontwikkeling of wordt gecombineerd met meekoppelkansen.
In de (voor)verkenningsfase stimuleert het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) tot dusver het onderzoeken van meekoppelkansen en gebiedsontwikkeling door facilitatie zoals met de Integrale scopebepaling waterveiligheidsopgaven en door het subsidiëren van brede verkenningen (Subsidie brede verkenningen). Aan het eind van de verkenningsfase is duidelijk hoe het voorkeursalternatief eruit ziet en welke andere opgaven, gefinancierd door partners, daarvan deel uitmaken.
De ervaring leert dat een groot aantal interessante kansen om opgaven te verbinden niet meer mogelijk is als hier pas in de verkenningsfase mee gestart wordt. Het verbinden van de opgaven in de verkenningsfase leidt ook regelmatig tot ongewenste risico’s of vertraging waardoor de ideeën weer afvallen. Het is doelmatiger en haalbaarder om grote opgaven zoals PAGW in een eerder stadium (de initiatieffase) te verbinden en op dat moment tussen HWBP en PAGW op programmaniveau afspraken te maken.
Trajectaanpak en Ingangstoets HWBP
Voorafgaand aan de ingangstoets bij het HWBP beoordelen de waterschappen de dijken en maken strategische keuzes in het uitvoeren van verbetermaatregelen dan wel beheer- of onderhoudsmaatregelen aan de dijk (Handreiking Trajectaanpak - Unie van Waterschappen). Hier zouden systeemmaatregelen of andere ruimtelijke maatregelen als mogelijke keuze aan toegevoegd moeten worden om zo invulling te geven aan het nieuwe beleid ‘Water en bodem sturend’.
Om dit type maatregelen in een HWBP-project te kunnen opnemen, is het nodig om in het stadium voorafgaand en/of tijdens het opstellen van de Trajectaanpak te onderzoeken of er synergie mogelijk is tussen HWBP en PAGW. Als dit het geval is, vraagt dit wellicht om afspraken op beleidsniveau bij de ministeries van IenW en LNV. Ook zal het consequenties hebben voor de programmeringen van HWBP en PAGW. Op programmaniveau is inmiddels een start gemaakt om te verkennen hoe de programmeringen op elkaar afgestemd zouden kunnen worden.
Ecologische streefbeelden PAGW
De PAGW werkt met de ecosysteembenadering, waarbij bodem, water en ecologie sturend zijn. Het programma bekijkt het gehele ecologische systeem van een groot water en bepaalt wat er nodig is om een gezond en veerkrachtig systeem te verwezenlijken. De PAGW stelt hiervoor voor elk groot water een ecologisch streefbeeld op waarin de ecologische ambitie en de benodigde systeemopgave zijn uitgewerkt. De PAGW streefbeelden worden vervolgens ingebracht in gebiedsprocessen om zo vroegtijdig het gesprek aan te gaan over de maatschappelijke haalbaarheid van systeemingrepen en het verbinden van de verschillende opgaven in een gebied zodat synergie ontstaat. Dit gebeurt onder andere in de preverkenningen. Hieruit zijn voorstellen af te leiden voor lokale projecten. Waterveiligheid kan goed op deze werkwijze aansluiten.
‘Het venijn zit in de start’
Lilian Hermens, Staatsbosbeheer